In het licht van des Konings aangezicht is leven, en Zijn welgevallen is als een wolk des spaden regens. Spreuken 16:15
Wat is de godsdienst zonder een levend geloof in en een innige liefde tot de Heere Jezus Christus? Hoe ledig en traag, hoe droog en lastig, wat een last voor het gemoed en een vermoeidheid voor het vlees. Het is een omloop van vormen, waar het hart niet in deelt en de genegenheden niet worden uitgehaald. Het lezen, horen, bid den, mediteren en spreken met Gods volk is een koud en harteloos werk als Jezus er niet in is. Doch laat Hij verschijnen, laat Zijn tegenwoordigheid en genade gevoeld worden, en de bewegingen van de gezegende Geest in het hart, dan is er een heilige zoetheid, een zaligheid in de dienst van God en in de gemeenschap met de Heere Jezus, en dit maakt, zo lang het duurt, een kleine hemel op aarde. Het is deze inwendige gewaarwording van Zijn tegenwoordigheid, als een hemel, en de ellendige gewaarwording van Zijn afwezigheid, als een hel, die de schapen van Christus zo doet uitzien naar Zijn gemeenschap. Hij heeft hun harten tot Zich ingewonnen door aan hen Zijn schoonheid en liefde te ontdekken; en zij eens gezien hebbende de heerlijkheid van Zijn Persoon, gehoord hebbende de zoetheid van Zijn stem, en gesmaakt hebbende de genade Zijner lippen, volgen Hem, waar Hij ook heengaat, en zoeken Hem te kennen en de kracht Zijner opstanding en achten alle dingen schade en drek, opdat zij Hem mogen gewinnen en een blijkje van Zijn liefde mogen ontmoeten. Wat anders kan de ziel onder deze beproevingen en verzoekingen, die haar bij tijden zo zeer drukken, ondersteunen, haar verlichting toebrengen onder wrede twijfelingen, die zo verontrusten, haar ontslaan van de vrees des doods, die zo kan verschrikken, de opstand neerwerpen, die zo veroordeelt, haar van de wereld spenen, die zo verleidt; en haar doen blikken over dood en graf, haar de zorgen ontnemen van het voorbijgaande uur en van de gebeurtenissen van de verdwijnende dag, haar oog richten op de aanstaande eeuwigheid, dan die bezoeken van de Heere aan de ziel, die haar gemeenschap geven met Hem? Zo werden de heiligen in de dagen van ouds door God geleid en onderwezen, gelijk de Heilige Geest deze hun ondervinding in het Woord der waarheid heeft beschreven. Zich de dagen van ouds herinnerende, zegt iemand: „Uw opzicht heeft mijn geest bewaard”. Uitziende naar een vernieuwd gunstbewijs, zegt een ander: „O, wanneer zult Gij tot mij komen?” En onder de genieting van Zijn tegenwoordigheid zegt de kerk: „Hij voert mij in het wijnhuis en Zijn liefde is de banier over mij”.