Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen. Psalm 119:132
Zie eens of u iets van de ervaring van Psalm 119 in uw ziel terugvindt. Het maakt niet uit wat men over u zegt, noch wat men tegen u zegt; nee, zelfs niet wat uw eigen hart in uw eigen borst zegt. Maar kunt u in alle eerlijkheid, eenvoud en godzalige oprechtheid Davids gevoelens en Davids gebed in uw hart vinden? Als dit zo is, heeft God u tot een gelovige gemaakt. Als dit zo is, is Davids God uw God; en zo zeker als David in de heerlijkheid is, zo zeker zult u ook in de heerlijkheid zijn. Maar wat betreft een godsdienst die niets van deze zaken weet, geen zuchten, noch uit- roepen, noch ademtochten, noch gekerm, noch verlangens, noch wegsmelten, nog verzachtingen, die geen wroeging voelt, geen tederheid, geen godzalige smart, geen verlangen God te behagen, geen angst Hem te ergeren, weg ermee! Gooi hem in de rivier! Begraaf hem in de eerste de beste mestvaalt die u tegenkomt! Hoe sneller hij uit de weg is geruimd, des te beter. Godsdienst zonder hemels onderricht en de verborgen handelingen van de Geest; zonder de geest van gebed in het gemoed; zonder zuchten naar de Heere; zonder verlangen om Zijn liefde te ervaren en iets van Zijn genade en goedheid te ervaren; dergelijke godsdienst is bedrog en misleiding. Hij begint in het vlees, en hij eindigt in het vlees. Het is het enige waartoe een mens in staat is, en aangezien de Heere zegt dat: ‘Vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet beërven kunnen’ (1 Kor. 15:50), kan vleselijke godsdienst dat dus niet. ‘Het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek,’ zei de Heere, ‘zijn geest en zijn leven’ (Joh. 6:63). Maar als er onder u zijn die iets weten van deze vruchten in uw ziel, waar iets van deze ervaring in uw hart door de Geest van God is geschetst, bent u veilig, hoewel u het misschien zelf niet inziet; u bent veilig, hoewel uw hart wellicht soms beeft en angstig is. Want de Heere, die met het werk is begonnen, gaat ermee door en vervolmaakt het, zal u tevreden stellen met een heerlijke openbaring van Zijn genade en liefde en u uiteindelijk eeuwig zegenen met de heerlijkheid.
Lezen: Lukas 18:1-14