Het is volbracht! Johannes 19:3
Laten we altijd in gedachten houden dat het lijden van de heilige ziel van Jezus even echt was, dat wil zeggen, even echt werd ondergaan als het lijden van Zijn heilige lichaam, en wel duizendmaal sterker en ondraaglijker. Ofschoon onbeschrijflijk pijnlijk en martelend, was het lijden van het lichaam licht vergeleken met het lijden van de ziel. Ditis ook zo bij de heiligen Gods zelf, als de Heere hun geweten beproeft en hun rechtvaardigheid toetst, en iets van Zijn toorn en ongenoegen in hun ziel neerlaat.Wat is al het lichamelijke lijden vergeleken met iets van Gods ongenoegen en de pijlen van Zijn toorn die in het geweten steken? Zo was het met onze grote Hogepriester, toen Hij als offeraar zowel als offer, evenzeer priester als slachtoffer, met de touwen van liefde en gehoorzaamheid aan de hoornen van het altaar werd gebonden (Ps. 118: 27). Er was beslist nooit zo’n pijn geweest sinds de fundamenten van de aarde werden gelegd, als die welke de ziel van de Verlosser in stukken scheurde, toen de laatste druppel pijn in de reeds overlopende beker werd gegoten, en Hij uitriep: ‘Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!’ (Matth. 27: 46). De natuur zelf had mededogen met Zijn smart en werd door Zijn uitroep in beroering gebracht, want de aarde daverde, de zon hield op met schijnen, en de graven stonden hun doden af. Zo werd het verlossingswerk volbracht, de zonde verzoend en uitgevaagd, de toorn Gods gestild, eeuwige gerechtigheid aangebracht en de Kerk voor altijd geheiligd en behouden. Toen de Heere volledig was gelouterd door Zijn doop van lijden en bloed, toen Hij de beker van smart en pijn tot de laatste druppel had uitgedronken en alle gehoorzaamheid had betoond die de wet vroeg en de wil van God vereiste, riep Hij met luide stem uit, opdat hemel en aarde het zouden horen: ‘Het is volbracht!’; toen, en niet eerder, boog Hij zachtmoedig het hoofd, gaf Zijn leven op als laatste daad van Zijn vrijwillige, lijdende gehoorzaamheid, en gaf de geest
Lezen: Johannes 19: 17-37