Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zjt dergenen die door geloof en lankmoedigheid de beloftenissen beërven. Hebr. 6: 12
Lankmoedigheid is noodzakelijk, om de echtheid en de wezenlijkheid van het geloof te bewijzen. In het algemeen — ik mag zeggen onveranderlijk — vervult de Heere zijn bedoelingen niet opeens. Gewoonlijk — ik mag bijna zeggen onveranderlijk — werkt Hij trapsgewijs. Is dat ook niet zo in de schepping? Zien wij de eik opeens in zijn reusachtige grootte zich oprichten? Wordt niet een kleine eikel aan de grond toevertrouwd; en is de reus der wouden, wiens verbazend grote armen wij bewonderen, niet de wasdom ener eeuw? Mannen en vrouwen behoeven jaren, om tot hun volkomen wasdom te geraken. Zo is het ook in het geestelijke. Hij, die gelooft, zal niet haasten. Het geloof in de ziel wast over het algemeen langzaam; want de Heere zorgt, dat elke schrede op het pad zal beproefd worden door de belemmeringen en moeilijkheden, die er zich op bevinden. En Hij heeft dit zo beschikt als een middel, om het geloof van Gods uitverkorenen te onderscheiden van het geloof dergenen, die de naam hebben van te leven, terwijl zij dood zijn. Zij worden afvallig en keren af van het geloof. Evenals de hoorders bij wie het Woord op een steenachtige grond valt, geloven zij voor een tijd, maar, als de verzoeking komt, vallen zij af. De verschillende hinderpalen hunner natuur, de zinnen en het verstand, de zonde, de duivel en de wereld krijgen de overmacht over hen; aldus keren zij af, geven alle godsdienstige belijdenis op en sterven in hun zonden. Maar het volk Gods kan zo niet sterven. Hun geloof is blijvend, omdat hetgeen God doet, eeuwig is. Hun geloof weerstaat zo alle stormen en is eeuwig.
Gij evenwel, Gij blijft dezelfd’, o Heer,
Gij zijt van ouds mijn toeverlaat, mijn Koning,
die uitkomst gaaft en uit Uw hemelwoning
voor ieders oog Uw haat’ren gingt te keer.
Ps. 74 : 12