Die overwint, zal alles beërven. Openbaring 21:7
Hij zal alles beërven. Wanneer? In de eeuwigheid? Ja, maar niet alleen in de eeuwigheid. O neen! Ook in de tijd! Er is een tweevoudige erfenis, ofschoon zij één en dezelfde is; één in de tijd en een andere in de eeuwigheid; de ene als eersteling, de andere als de volle oogst. Er is een erfenis hier beneden en een erfenis boven; en hij, die nooit een deeltje van zijn erfenis hier beneden ontvangt, zal nooit in de erfenis boven delen. Nu, juist in verhouding wij overwinnen, zullen wij in het bezit gesteld worden van deze erfenis. Wat zullen wij dan erven? Rijkdommen, roem, eer, macht, lof? Dit zijn wereldse dingen. Laat de wereld zich daarin verblijden. In de beërving van alle dingen zullen wij beërven hetgeen van God is: de gunst van God, de liefde van God, de genade van God, de heerlijkheid van God; al hetgeen een Verbdodsgod geeft in het geven van Zichzelf: vrede hier, heerlijkheid hierna; vergeving beneden, zaligheid boven; een aanvankelijke rust op aarde, een volkomen rust in de hemel. Nu, terwijl wij overwonnen worden, worden wij niet in het bezit van deze eeuwige erfenis gezet. Overwint de zonde ons? Erven wij vergeving als wij overwonnen worden? Neen, dan erven wij schaamte, verwarring, schuld, vrees en toorn. Maar overwinnen gij en ik ooit de zonde door de vreze Gods in onze ziel, gelijk Jozef deed? Overwin ik ooit de zonde, door te zien op de Heere des levens en der heerlijkheid, dat Hij Zijn bloed sprenge op mijn consciëntie? Overwin ik ooit de zonde door de leidingen en onderwijzingen des Geestes in mijn hart? Niet zodra overwin ik dus door het bloed des Lams en het Woord Zijner getuigenis, of ik treed in de erfenis, zodat er een verband, een schoon, een proefondervindelijk verband is tussen de overwinning hier beneden en het beërven hier beneden. Maar om deze erfenis te betrekken, moeten wij wel daarop acht geven, dat wij geen kracht in onszelf hebben. En zo worden onze struikelingen, onze afwijkingen, onze misstappen, die wij niet willen rechtvaardigen, genadig overheerst onder die dingen, die medewerken ten goede. Zij leren ons onze zwakheden kennen en door deze onderwijzing worden wij opgeleid tot de kracht van Christus, en doordat wij daarheen geleid worden, komen wij tot de beërving van alle dingen, want in het beërven van Hem, beërven wij al wat Hij is voor het volk van God.