Tot de verlossing van de gekochte bezitting. Efeze 1:14 (Eng. vertaling)
De kerk is verlost door een prijs, maar is vooralsnog niet ten volle verlost door kracht. Christus heeft met Zijn dierbaar bloed ziel en lichaam van Zijn volk gekocht, maar Hij heeft nog niet openlijk verlost. Deze verlossing ligt nog in de toekomst en zal niet voltooid worden, tot op de heerlijke opstandingsmorgen, wanneer de lichamen der dode heiligen zullen opgewekt, en hun lichamen in een ogenblik, in een oogwenk, met de laatste bazuin, zullen veranderd worden. Dit is derhalve de verlossing van de gekochte bezitting, en daar deze in de toekomst ligt, moeten wij daar naar uitzien, gelijk de apostel spreekt: „Maar indien wij hopen hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid”, Rom. 8 : 25. Ons lichaam is nog niet verlost van zijn aangeboren verderf. Doch in de opstandingsmorgen, wanneer de doden onverderfelijk zullen opstaan, dan zal de verlossing haar volle beslag krijgen. Dan zal er een ingaan zijn in de volle erfenis. De herrezen en verheerlijkte heiligen zullen Christus erven, en Christus zal hen erven, en Zijn gekochte bezitting zal voor eeuwig verlost zijn van elke vijand en van alle vrees, van elke zonde en van alle smart, van alle verderf van lichaam en ziel en gekroond worden met een gans uitnemend en eeuwig gewicht van eeuwige heerlijkheid. Tot op deze dag der verlossing verzegelt de Heilige Geest de levende kerk van God (Efeze 4:30), niet alleen door haar te verzekeren van haar aandeel in de erfenis en van Zichzelf als de Eersteling dezer erfenis, maar Hij verzekert haar ook van het zekerst bezit er van.