De doorbreker zal voor hun aangezicht optrekken; zij zullen doorbreken, en door de poort gaan, en door dezelve uittrekken. En hun Koning zal voor hun aangezicht heengaan; en de Heere in hun spits. Micha2:13
Wie is deze Doorbreker? Is het nodig te zeggen dat het de Heere des levens en der heerlijkheid is, Immanuël, God met ons? Waarom wordt Hij een Doorbreker genoemd? Dit is een au Zijn titels. Maar waarom wordt deze titel aan Hem gegeven? Omdat Hij de hindernissen wegneemt die op de weg liggen. Want als u de tekst leest, zal het u opvallen dat het gaat : ver een volk dat optrekt en door de poort gaat, en voorwaarts reist, en de Koning gaat : ar hun aangezicht heen, en de Heere, dat wil zeggen de God van het verbond, is in hun spits. En het zal u ook opvallen dat de Doorbreker de Heere is, want het is de Heere (met hoofdletters), waarmee altijd de God van het verbond wordt bedoeld. De Heere (dat wil zeggen: de God van het verbond) ‘is in hun spits’, hetgeen betekent dat de Doorbreker de God van het verbond is, en Hij wordt een Doorbreker genoemd omdat Hij de moeilijkheden die op het pad liggen wegneemt. Zo is er bijvoorbeeld de wet; hoe moeten we die versperring voorbijkomen? Bunyan beschrijft dit in zijn Christenreis. Toen Christen door de overreding van mijnheer Wereldwijze van het pad geraakte en naar de stad toeging die hem was aanbevolen, zag hij een berg over de weg heen hangen, en er kwam donder en bliksem uit, en hij was bang dat hij op zijn hoofd zou vallen. Hiermee laat Bunyan zien dat er bliksemschichten van Gods toorn vanuit de wet zullen komen, en het zal lijken alsof de berg op hem zal vallen, zodat hij niet door die weg durft te gaan. Maar de Doorbreker is wel door die weg gegaan; Hij heeft de vloek van de wet voor ons verdragen. Hij heeft (zogezegd) de vloek tegen Gods volk verbroken. Zoals de Heilige Schrift het zegt: ‘heeft datzelve uit het midden weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende’ (Kol. 2:14); en dus verwijderde Hij het, zodat het geen verbond van veroordeling tegen Zijn geliefde kinderen zou zijn. In die zin is Hij een Doorbreker. Maar niet alleen is de wet tegen hen, ook Gods heiligheid, heerlijkheid, rechtvaardigheid en zuiverheid, al hetgeen God is als de eeuwige God van het verbond. Maar toen Jezus aan het kruis stierf, deed Hij boete omwille van de rechtvaardigheid en alle eisen van Gods heilige wet. Door Zelf te lijden bracht Hij het zo grote offer voor de zonde dat God de Vader het kon aanvaarden.
Lezen: Jesaja 40:1-11