Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vleses, en de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levens, is niet uit de Vader, maar is ui t de wereld. En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid, maar die de wil van God doet, blijft in der eeuwigheid. 1 Johannes 2:15-17
Kijk eens naar de zegen die op degene rust die ‘de wil van God doet’ (1 Joh. 2:17). Hij blijft in der eeuwigheid. Plaats tegenover de ellendige wereldling het gelovige, gehoorzame kind der genade, die de wil van God doet door uit de wereld te gaan, door zich ervan af te scheiden, zich te onthouden van zijn gezelschap, door die te verlaten, voor zover hij kan, overeenkomstig zijn levensroeping; en bovenal, doordat de liefde van God in zijn hart wordt uitgestort. Let op hoe hij poogt de wereld niet lief te hebben, noch hetgeen in de wereld is, maar zich door de kracht van Gods genade ervan af te scheiden in lichaam, ziel en geest. Deze man doet de wil van God, want Gods gebod is: ‘Gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, en raakt niet aan hetgeen onrein is’ (2 Kor. 6:17). Hij doet de wil van God door eruit te gaan en zich af te scheiden; hij doet ook de wil van God door in Zijn geliefde Zoon te geloven; hij doet ook de wil van God door berouw over zijn zonden te hebben met een godvruchtige smart, hij doet de wil van God door zich nauwgezet aan ZijnWoord te houden, altijd te verlangen Zijn wil te kennen en te doen; hij doet de wil van God door ernaar te streven getuigenissen, tekenen, openbaringen van de vergevende genade en liefde van God aan zijn ziel te verkrijgen, waarbij hij de toepassing van verzoenend bloed hoger waardeert dan grote hoeveelheden goud en zilver; hij doet de wil van God als hij verkiest de bezoekingen met Gods mensen te verdragen in plaats van een tijdje van de geneugten van de zonde te genieten. Hij doet de wil van God als hij liever wordt vervolgd dan dat hij zijn Meester verloochent; als hij liever schaamte en hoon verdraagt dan zich te onderwerpen aan de grondregels en verlokkingen van een goddeloze wereld; en als hij liever alleen zou leven met de Bijbel in zijn hand en Gods aanwezigheid in zijn ziel dan te worden voorgesteld aan de hoogste kringen, zich te mengen onder het meest verfijnde en ontwikkelde of het elegantste gezelschap op aarde. Hij doet de wil van God als hij ernaar streeft te leven overeenkomstig de geopenbaarde wil van God, als hij berouw heeft over zijn zonden zodra hij erin verstrengeld raakt, en zoekt het bloed van het Lam op zijn geweten te laten sprenkelen om het te zuiveren van de schuld. En hij doet de wil van God door ondanks alles te geloven dat hetgeen God heeft gezegd waar is, wat er ook gebeurt en wat hij ook moet doorstaan.
Lezen: Psalm 125