0 Heere! behoud; die Koning verhore ons, ten dage van ons roepen. Psalm 20:10
Er is niet alleen de schuld en het schuldgevoel, maar ook de kracht van de zonde, die elke ziel voelt. Wat is de zonde krachtig! Het is zoiets als een diepe en snelle rivier: hoe dieper de rivier, des te sneller de stroming. We kennen de diepte van de stroom pas als we er bijna in verdrinken; en we kennen de sterkte van de stroming pas als we erdoor worden meegesleurd; het is geen kabbelend beekje, maar een diepe, snelle stroom. Aanvankelijk weten we echter niet hoe krachtig hij is. We hebben net zomin de kracht om hem te weerstaan, tenzij God ons in Zijn genade sterker maakt, als de distelpluis de wind kan weerstaan. Net zoals een reus een kind in zijn armen kan wegdragen, of zoals een leeuw een lammetje uit de kudde grijpt, of zoals een tijger ervandoor gaat met een kalf, zo worden wij onmiddellijk door de zonde meegesleurd, tenzij God ons in onze ziel de kracht geeft om hem te weerstaan. Wie, die iets weet van de werkingen van de zonde in de vleselijke geest, beseft niet dat het verachtelijke hart ons in een tel meesleurt in de zonde, tenzij God het in Zijn genade verhindert? Dit is nu een van de pijnlijkste dingen die een kind Gods kan meemaken. De schuld en de kracht van de zonde werken samen. De zonde sleurt ons eerst mee met zijn kracht, en vervolgens voelen we hem in het schuldgevoel dat hij veroorzaakt. Welnu, een kind Gods dat door de zonde is meegesleurd (ik bedoel geen openlijke, boosaardige, schandelijke daden, maar de alledaagse werking van zijn hart), zal soms zuchtend en in tranen naar de Heere gaan en Hem heftig smeken hem te verlossen van de kracht van de zonde door Zijn vrees in zijn hart te brengen, door zijn geweten gevoelig te maken. En de Heere antwoordt hier soms op door een verborgen kracht in de ziel in te blazen, waardoor Hij hem van het kwaad afhoudt; soms door een verzoeking af te breken zodat het niet langer een verzoeking is; soms door hem in bedwang te houden door Zijn voorzienigheid; en soms door hem tegen te houden door Zijn genade.
Lezen: Psalm 142