Welgelukzalig zijt gij, o Israël, wie is u gelijk? Gij zijt een volk, verlost door de Heere. Deuteronomium 33:29
Kunt u de volgende kenmerken ontdekken die door Gods hand op uw ziel zijn gestempeld? Vereert u ooit God in de Geest? Weet u, ziet u in, voelt u aan, door een straal innerlijk licht en door een beweging van innerlijk leven, dat God een Geest is? En terwijl u Hem als zodanig benadert, biedt u dan een geestelijk offer aan als u bij de genadetroon komt? Bent u geestelijk en bevindelijk bekend met de betekenis van de woorden: ‘de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen’? (Rom. 8:26). Zijn de woorden van de Heere op uw geweten gedrukt met Zijn eigen kracht: ‘God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid’? (Joh. 4:24). Kunt u in uw hart kijken en treft u er—ik zeg niet altijd, maar soms, op gunstige momenten – geestelijke verering aan? Dan bezit u een kenmerk dat u behoort tot de ware besnijdenis—dat u iemand bent van dat Israël over wie zulke zegeningen zijn uitgesproken.
Treft u ook dit goedgunstige kenmerk op uw hart gestempeld aan zoals neergelegd in het Woord: Roemt u in Christus Jezus? (Filip. 3:3). Heeft u ooit in Hem geroemd als de van God gekomene en voor u tot wijsheid en rechtschapenheid, en loutering en verlossing gemaakt; of bent u in uw ziel op het punt gekomen waarop er niets anders is om u in te verheugen? Betekent Hij meer voor u dan man, vrouw, kind, huis of land? Is Hij u ooit dierbaar geworden door een goedgunstige openbaring van Zijn schoonheid en gezegend- heid, geschiktheid en algehele genoegzaamheid? Heeft u Hem ooit door het oog van het geloof gezien, Zijn aanwezigheid geproefd, Zijn liefde gevoeld en behagen in Hem geschept als Degene Die de banier draagt over tienduizenden en Die ‘gans begeerlijk’ is? (Hoogl. 5:10). Dan bezit u nog een kenmerk van een ware Israëliet.
Lezen: 1 Korinthe 1:18-31