Maar ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk;d ie zullen op de Naam des Heeren betrouwen. Zefanja 3:12
Iemand die geestelijk niet arm is, kan Gods Woord lezen en de schoonheid en verhevenheid ervan bewonderen, zoals de rijke edelman de vergezichten in zijn park bewondert. Maar degene die arm van geest is, leest Gods Woord om voedsel in zijn hart vanuit de volheid van Christus te ontvangen; enige leniging van zijn nood te verkrijgen, enige troost in zijn smart, een openbaring van Gods genade aan hem:, een arme, schuldige zondaar aan de voet van het kruis. De arme van geest wordt dus door werkelijke noodzaak ertoe gedreven Gods Woord diepgaand te onderzoeken; de gezegende Geest laat de waarheid af en toe aan zijn ziel zien, zodat hij merkt dat het echt voedsel is. Al naar gelang hij bekend is met geestelijke armoede, zal hij voornamelijk de grond bewerken om voedsel voor zijn ziel te verkrijgen. Als hij in verzoeking wordt gebracht, wil hij verlossing; als hij in een strik is geraakt, wil hij uit zijn verstrengeling worden gehaald; en als hij verward is, wil hij de zoete vertroostingen van de Geest in zijn ziel.
Net zoals een arme man dus letterlijk zijn grond moet bebouwen om er voedsel van te verkrijgen, zo merkt een geestelijk arm mens dat zijn voornaamste zorg en doel is voedsel voor zijn ziel te krijgen. Hij heeft geen leerstellingen naar de letter van het Woord nodig, noch lege denkbeelden die in zijn geest als bloemen in een tuin ronddrijven, maar het vaste voedsel dat als enige in staat is zijn zinkende ziel te ondersteunen. Welnu, hoezeer verschilt dit van wat we veronderstelden dat het geval was. We hadden niet gedacht dat armoede, hulpeloosheid en diepgaande kennis van de zondeval allemaal ter voorbereiding zijn op het ontvangen van de waarheid zoals zij in Jezus is; en dat de armen degenen zijn wier mond de Heere ruimschoots zou vullen met het voedsel van het evangelie. We dachten eerder dat de mens iets zou moeten doen om dit goede voedsel te verkrijgen. Maar dat is niet zo. Armoede, hulpeloosheid, schuld en verderf zijn de enige vereisten, want ‘Het ploegen der armen geeft veelheid der spijze’ (Spr. 13:23).
Lezen: Psalm 119:137-152