Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. Hebreeën 7:25
De zegeningen die de Heere Jezus aan Zijn kinderen geeft, bezitten meer dan de heerlijkheid die op dat moment wordt overgebracht. Ze strekken zich naar voren uit en reiken naar achteren; kijken naar de aankomende eeuwigheid en vanuit de voorbije eeuwigheid. Door de overdracht en openbaring ervan worden Zijn kinderen geschikt gemaakt voor de erfenis van de heiligen in het licht, want deze zegeningen hebben een zoete louterende invloed. Aldus wordt gezegd van gelovigen in Jezus, dat zij ‘zich in Hem verheugen met ren onuitsprekelijke en heerlijke vreugde’; (1 Petr. 1:8) en kunnen verwachten Hem te zien zoals Hij is, en ‘die reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is’ (1 Joh. 3:3). Geestelijke zegeningen zijn niet zoals louter leerstellige meningen, die ons vaak niet verder brengen dan we zijn — een slaaf van de zonde, het zelf, de duivel en de wereld. Ze hebben een gezegende louterende invloed op het hart. Ze bereiden de ziel voor op de heerlijkheid; ze zijn er voorproeven van, een voortijdig genieten op aarde van de heerlijkheden van de hemel.
Derhalve is hun uitwerking dat ze het hart met zijn gevoelens afscheiden van de wereld; een wereldse geest beteugelen en kruisigen; trots en begerigheid doden; het geweten gevoelig maken en levend in godsvrucht; de zonde uitzonderlijk zondig maken, de herinnering eraan bitter, en het toegeven eraan angstaanjagend; een stemming van bidden en smeken opwekken; de geestelijke betekenis van de Heilige Schrift toegankelijk maken; heilige overpeinzing aanmoedigen; de ziel voeden met uitgelezen vruchten uit het Woord der waarheid; de geest van geloof inblazen die elke genadige beweging naar God toe bezielt, en, kortom, de innerlijke heiligheid overbrengen en in stand houden zonder welke geen mens de Heere zien zal. Kan de aarde een gezegender aanblik bieden dan een gelovige die op zijn knieën voor de genadetroon ligt, terwijl hij opkijkt naar de gezegende Heere aan de rechterhand van de Vader, en Zijn medelevende Hogepriester die naar hem omlaag kijkt met liefde in Zijn hart, medelijden in Zijn ogen en zegeningen in Zijn hand?
Lezen: Filippensen 3:17-4:9