Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. Hebreeën 7:25
Terwijl de Heere Jezus in heerlijkheid aan de rechterhand van de Vader zit, zendt Hij zegeningen omlaag naar Zijn volk. Hij zegent hen ‘met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen’ (Gen. 49:25, 26). Hij houdt de hele natuur in Zijn handen; het goud en zilver zijn van Hem (Ps. 5 0:10), en de beesten op duizend bergen; de aarde en haar volheid zijn van Hem; alle macht is Hem gegeven in de hemel en op aarde (Ps. 24:1); Hij houdt de teugels van de regering vast (Ps. 89:11), en Hij doet naar Zijn wil met het heir des hemels en de inwoners der aarde (Dan. 4:3 5), en er is niemand, die Zijn hand kan afslaan, of tot Hem kan zeggen: Wat doet Gij ?
Hij is een zon en schild van Gods kinderen — hun zon, voor altijd hun licht; hun schild, voor altijd hun bescherming. Hij geeft genade en eer — genade hier, eer hierna (Ps. 84:12). Zijn kracht wordt in zwakheid volbracht, opdat zij zullen roemen in hun zwakheden (2 Kor. 12:9); Hij voedt hen en onderhoudt hen, want zij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen; (Ef. 5:2 9,3 0); en geeft vanuit Zijn volheid meer dan men kan begrijpen of uitdrukken, ‘want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou’ (1 Kor. 2:9,10; Joh. 1:16; Kol. 1:19). Hij kan alle plannen van hun vijanden zien, en hen verslaan; alle verzoekingen van de duivel, en ze verwerpen; al zijn strikken, en ze vernietigen; al zijn vijandschap en kwaadaardigheid, en kan hem in een ogenblik onder Zijn voeten verbrijzelen. Hij kan medelijden met hen hebben als ze onder smarten en bezoekingen gebukt gaan; kan hun zucht en uitroep vanuit diepe zorg en verdriet horen; kan Zijn hand uitsteken om hen te bevrijden van de ergste vijanden en ergste angsten.
Lezen: Psalm 84