Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen. Jesaja44:3
ln de uitgieting van Zijn Geest stort God in het bijzonder de hemelse gave van de liefde in de ziel, want dat is de grootste zegen die Hij kan geven, omdat het de gave is van Hemzelf, die de Liefde zelf is. Alle andere genaden en gaven verbleken bij deze, want wij lezen: ‘En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde’ (1 Kor. 13:13).
Maar ik wil op geen enkele manier de gaven en genaden van de Geest beperken tot die welke ik genoemd heb, want in het uitgieten van Zijn Geest over Sions nakomelingen, stort Hij elke geestelijke zegen uit, die er in Zijn hart en in Zijn hand is om te schenken. Er is geen enkele gunst in het hart van God voor Zijn Sion, die niet in wezen opgesloten is in de uitgieting van de Geest over haar. Ik zeg ‘in wezen’, omdat ze niet altijd daadwerkelijk, althans niet bevindelijk worden gevoeld en genoten. Hij voegt er daarom bij: ‘en Mijn zegen op uw nakomelingen,’ want het is zeker dat Hij met Zijn Geest ook Zijn zegen uitgiet. En hoe rijk is dat woord ‘zegen’! Wanneer God zegent, welke gunst blijft er dan achter?
Iezen: Jesaja 44:1-8