Opdat ik Christus moge gewinnen. Filippenzen 3:8
Wat is het „Christus gewinnen”? Het is Hem zacht omvat te houden met de armen van ons geloof. Het is zijn hemelse heerlijkheid in onze zielen geopenbaard te gevoelen. Het is de toepassing van zijn verzoenend bloed in zijn reinigende kracht aan ons geweten te bezitten. Het is ons hart te voelen smelten en bezwijmen door de zoete verrukking zijner stervende liefde, tot overweldigens toe uitgestort. Dat is Christus gewinnen. Vóórdat wij nu Christus aldus kunnen gewinnen, moeten wij een gezicht van Christus hebben; wij moeten zijn heerlijkheid aanschouwen; de heerlijkheid van de eengeboren Zoon des Vaders, vol van genade en waarheid. Wij moeten de weergaloze waardigheid zien van zijn verheven Persoon; de verzoenende kracht van zijn geofferd bloed; de lengte en breedte, de diepte en hoogte zijner alles overtreffende liefde. Ons hart moet gereed zijn te bezwijken van sterk verlangen; hijgen en vurig begeren, dat die gezegende Immanuel van de hemel der hemelen, waar Hij woont binnen de voorhang, nederdale in ons hart, en daar zijn kostbare stervende liefde uit- storte. Is dat uw gevoel niet, kind van God? Het is het mijne bij herhaling geweest. Is dat niet uw gevoel, als gij te bed ligt, somtijds met een zoet en ernstig verlangen naar de Heere van leven en heerlijkheid? Wanneer gij dit hebt gevoeld, roept gij uit: „O mocht ik Christus gewinnen.” Gelijk de vurige minnaar, die verlangt zijn bruid te winnen, zo verlangt gij het genot te smaken zijn liefde en tegenwoordigheid door de Heilige Geest in uw hart te zien uitgestort.
Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot,
o Heer, der legerscharen God,
zijn mij uw huis en tempelzangen!
Hoe branden mijn genegenheên
om ’s Heeren voorhof in te treên.
Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen,
mijn hart roept uit tot God, die leeft,
en aan mijn ziel het leven geeft!
Ps. 84:1