Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid. 1 Johannes 1:9
Heeft de Heere uw zonde tot een last gemaakt? Heeft Hij u ooit doen gevoelen, dat gij schuldig voor Hem waart? Heeft Hij ooit uw geweten neergedrukt op het gezicht en bij het gevoel van uw ongerechtigheden, uw zonden en afwijkingen? En ontlokt de Heere van tijd tot tijd een eerlijke, oprechte, onbewimpelde belijdenis dier zonden van uw lippen? Wat zegt de Heilige Geest tot u? Wat heeft die gezegende Geest voor uw lering en uw troost opgetekend? „Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons onze zonden te vergeven.” Niet alleen op grond van genade, nog minder omdat gij ze beleden hebt. Niet uw belijdenis van zonden, maar het is aldus: uw belijdenis van zonden is een bewijs van Goddelijk licht; uw belijdenis van zonden komt voort uit een werk van genade op uw hart. Zo gij dus het Goddelijke leven in u hebt, indien gij genade hebt in uw ziel, zijt gij een kind van God. Jezus gehoorzaamde voor u; Jezus leed voor u, Jezus stierf voor u; Jezus heeft uw zonden weggedaan. En daarom, omdat gij een kind van God zijt en omdat Jezus dat alles voor u gedaan heeft, is God nu „getrouw” aan zijn belofte, dat Hij een belijdend zondaar wil aannemen; en „rechtvaardig” aan zijn eigen onveranderlijk en waarachtig karakter. En daarom zowel uit rechtvaardigheid als genade, uit trouw zowel als uit medelijden, kan en wil Hij vergeven en vergeeft Hij, en wist genadig alle ongerechtigheid en elke overtreding van een belijdend boeteling uit.
Mijn ziel, hoe treurt ge dus verslagen,
wat zijt g’ onrustig in uw lot?
Berust in ’s Heeren welbehagen:
Hij doet welhaast uw heilzon dagen.
Uw hoop herleev’ naar zijn gebod:
mijn redder is mijn God.
Ps. 42:5