Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven. 1 Johannes 5:20
Wat een gelukzaligheid om het eeuwige leven te hebben. Een eeuwig leven dat door de eeuwigheid zelf niet kan worden uitgeput! Er is in mijn ziel iets zo bijzonder gelukzaligs in de uitdrukking ‘eeuwig leven’ dat ik niet kan ophouden er bij stil te staan. Wat verruimt de gedachte eraan, het gevoelen ervan de borst! Hoe armzalig, hoe gering en nietig is ons tijdelijk leven met al zijn zorgen – in vergelijking met de kleine handbreedte die God ons hier beneden heeft toegestaan? En merk op, hoe door Johannes ons oog gevestigd wordt op de ware God, Die zelf het eeuwige Leven is. Hij is niet alleen de Gever, de Bron, het Onderwerp, het Voorwerp ervan; Hijzelf is het alles. O, als Hij onze ziel door Zijn Geest en Zijn genade levend heeft gemaakt, dragen wij nu al het eeuwige leven in onze boezem! Want dat eeuwige leven is de kostelijke vrucht op aarde van dat eeuwige leven in de hemel, dat bij de Vader was en ons is geopenbaard (1 Joh. 1:2). ‘Maar’, zult u vragen, ‘hoe kunnen wij weten dat wij het eeuwige leven hebben?’ Door het inwendige bewustzijn, dat wij leven; door de pols, die slaat; de longen, die ademen; het oog dat ziet; het oor, dat hoort; de tong, die spreekt; de handen, die tasten; door de warme bloedstroom in onze aderen; door de gedachten, die nu en dan in onze geest opkomen. Op dezelfde wijze kennen wij het geestelijk leven door het inwendig bewustzijn er van en door zijn inwendige werking. En waar geestelijk leven is, daar is het eeuwige leven. Wanneer wij de roerselen, het ontspringen, het opwellen en andere verschillende bewegingen van dit geestelijke leven in ons hart voelen, hebben wij een getuigenis dat wij ook eeuwig leven hebben. Dan mogen wij weten dat dit eeuwige leven in de Zoon van God is en door de Zoon van God in ons is ingeblazen en aan onze ziel is meegedeeld.
Uw macht is groot, Uw trouw zal nooit vergaan;
al wat Gij ooit beloofd hebt, zal bestaan.
De heiligheid is voor Uw huis, o Heer,
eeuw uit, eeuw in, tot sieraad en tot eer!
Ps. 93:4