Geeft sterke drank degene, die verloren gaat: en wijn degenen, die bitterlijk bedroefd van ziele zijn. Spreuken 31:6
De wijze moeder van koning Salomo gaf haar zoon genadige voorschriften, toen zij deze woorden sprak. Het is, wanneer wij de ellende beginnen te gevoelen, waarin wij door de zonde gedompeld zijn, en dus gereed staan om te komen en wanneer het hart zwaar is, dat de zuivere wijn des Evangelies geschikt is voor onze verloren toestand. Als de heiligheid en de rechtvaardigheid Gods aan het geweten zijn ontdekt en wij de diepte van Adams val beginnen te zien en te gevoelen, zien wij uit onszelf uit naar een redding, die wij in onze gevallen natuur en in ons diep bedorven en ongelovig hart niet konden vinden. Wanneer wij dan door een levend geloof de Zoon van God mogen zien als een Middelaar tussen God en de mensen; wanneer wij door het oog des geloofs het bloed van het kruis en gehele en volkomen genoegdoening zien, die Hij, als het Lam Gods, voor de zonde heeft aangebracht, dan grijpen wij Hem van harte aan als „Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking en verlossing” (1 Kor. 1:30). Wij zien en gevoelen, dat er in Hem redding is en in geen ander; en als deze redding gezien wordt Gode waardig en voor ons geschikt, en als zij beantwoordt aan al de eisen van Gods heilige Wet en haar verheerlijkt door haar tot een gehoorzaamheid te maken, die zo ver boven de onze staat als de hemel boven de aarde en God boven de mens, dan grijpen wij haar aan als onze rechtvaardigmakende gerechtigheid en als een kleed, dat ons bedekt voor de ogen van Hem Die, buiten Christus, een verterend vuur is (Hebr. 12:29).
Zalig hij, die in dit leven
Jakobs God ter hulpe heeft;
hij, die door de nood gedreven,
zich tot Hem om troost begeeft;
die zijn hoop in ’t hach’lijkst lot
vestigt op de Heer, zijn God.
Ps. 146:3