Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg. Johannes 14:6
Hoe is Jezus de weg? In alles wat Hij voor Gods volk is, is Hij de weg. Het bloed is de weg tot de hemel, want de gehele weg, gelijk Hart spreekt, is omlijnd met bloed. Door Zijn dierbaar bloed, op Golgotha’s kruis vergoten, heeft Hij de zonde weggenomen door Zijns Zelfs offerande en daardoor een weg van toenadering tot God ontsloten. Zijn gerechtigheid is ook een deel van die weg, want alleen in zover wij gekleed staan in Zijn heerlijke gerechtigheid, hebben wij enige toenadering tot en gunstige ontvangst bij God de Vader. En Zijn liefde is de weg; want indien wij wandelen in de liefde, wandelen wij in Hem, want Hij is liefde. Elk gedeelte van de weg was bepaald en uitgewerkt door de liefde van Zijn teder hart. Maar ook is de weg de weg van verdrukking. Was niet Jezus Zelf de grote Lijder? En indien Hij de weg is, de enige weg, dan moet ik Zijn lijden gelijkvormig worden. Christus niet te kennen in verdrukkingen en smarten, is Hem niet te kennen. Hij was een Man van smarten en verzocht in krankheid, en niets van die smart te kennen, wil met alle nadruk zeggen, dat wij geen vereniging en gemeenschap hebben met de Heere Jezus Christus. Doch wij keren ons gewoonlijk terzijde, óf ter rechter-, óf ter linkerhand. De lafhartigheid kan het kruis niet dragen; er is een afglijden tot vleselijk gemak en een vleselijke gerustheid, om weg te komen van onder het smartelijke kruis van verdrukking en lijden. Doch wanneer wij ons óf ter rechter-, óf ter linkerhand wenden, dan zendt de Heere ons de stem achterna: „Dit is de weg”, de weg der verdrukking, en geen andere; de weg van moeite, van beproeving, van oefening. Dit is de weg, die de Koning van ouds bewandelde; en dit is de weg, waarop al Zijn volk vóór en na Hem gewandeld heeft, want dit is de enige weg, waarin de voetstappen der schapen kunnen gevonden worden.