In welke ook gij gijt, nadat gij het woord der Waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in welke gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregen verlossing, tot prijs zijner heerlijkheid. Efeze 1:13, 14
De hemel is een toebereide plaats voor een toebereid volk. Heilig zijn zijn bewoners, heilig zijn daar de werkzaamheden, heilig de genietingen. Tenzij wij dus iets weten van het onderwijs, het werk en de getuigenis van de Heilige Geest en deelgenoten geworden zijn van een nieuwe, heilige, geestelijke en hemelse natuur, hebben wij geen onderpand en waarborg van de erfenis der zaligheid. Een vleselijk, onrein, onheilig, onvernieuwd hart is geheel buiten staat een onvergankelijke, onbesmette en onverwelkelijke erfenis te verstaan, te genieten, er naar te smachten en lief te hebben. Maar elke heilige begeerte, elke hemelse liefde, elk genadig smachten, elk geestelijk genot, elk geloven, elk hopen, elk liefhebben, elk zien op, en het zich vastklemmen aan de Heere des levens en der heerlijkheid, door de kracht des Heiligen Geestes, zijn even zoveel onderpanden en waarborgen van de heerlijke erfenis der heiligen in het licht. De liefde, de blijdschap, de vrede, de kalme rust, de berusting in de wil van God, het verrukkelijk gezicht van de heerlijkheid van Christus, doet de ziel in hetzelfde beeld veranderen, van heerlijkheid tot heerlijkheid; het genot, dat men in Hem smaakt, en de gehele overgave van het hart aan de gezegende Heere als het Hoofd van tienduizend en de gans Beminnelijke, zijn even zoveel onderpanden van de erfenis daarboven, als had de hemel reeds hier beneden een aanvang genomen.
Hij, die op Gods bescherming wacht,
wordt door de hoogste Koning
beveiligd in de duistre nacht,
beschaduwd in Gods woning.
Dies noem ik God zo goed als groot
voor hen, die op Hem bouwen:
mijn Burg, mijn Toevlucht in de nood,
de God van mijn betrouwen.
Ps. 91:1