Ik zal Israel zijn als de dauw. Hosea 14:6
Somtijds doet de Heere, zonder zijn Woord met grote kracht op de ziel toe te passen, zijn Waarheid met zekere mate van liefelijkheid in de ziel droppelen. Dat is als de regen of de dauw, volgens zijn eigen verklaring: „Mijn leer druppe als een regen; mijn rede vloeie als een dauw” (Deut. 32:2). Het droppelen van zijn leer, of, zoals het woord betekent, zijn onderricht, doet als de regen, en het afdruipen van zijn genadige woorden als de dauw in de ziel een liefde tot de Waarheid ontbranden, en waar deze gevoeld wordt is zaligheid, want wij lezen van hen, die ontkomen, dat „zij de liefde der Waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden” (2 Thess. 2:10). Er is een ontvangen der Waarheid, en een ontvangen van de liefde der Waarheid. Deze twee zaken verschillen zeer veel. De Waarheid ontvangen, heeft niet noodzakelijk behoudenis ten gevolge: want velen ontvangen de Waarheid, die nooit de liefde tot de Waarheid ontvangen. Duizenden geleerden ontvangen de Waarheid in hun verstand en nemen het reddingsplan aan als hun geloofsbelijdenis; maar worden er niet door gezaligd, noch geheiligd. Maar de liefde tot de Waarheid te ontvangen door de Waarheid, in Jezus liefelijk en kostelijk voor de ziel gemaakt, is de zaliging zelve ontvangen. Aldus wordt het Evangelie de kracht Gods tot zaligheid en daarom zegt de Apostel, van het kruis sprekende: „dat het voor hen, die verloren gaan, dwaasheid en voor hen, die behouden worden, de kracht Gods is.” Nu is het onmogelijk, dat deze kracht zou kunnen gevoeld worden zonder een verlokkelijke uitwer- werking op de ziel uit te oefenen, waarbij zij aan iedere boze zaak ontworstelt en zich met het hart aan de Heere hecht.
Dat Isrel op de Heer vertrouw,’
zijn hoop op Gods ontferming bouw’,
en stil berust’ in zijn beleid
van nu tot in all’ eeuwigheid.
Ps. 131:4