En ik zal Mij over hen verblijden, dat Ik hun weldoe. Jeremia 32:41
God verheugt zich evenzeer in uw ziel te behouden, als gij u verheugen kunt in haar behouden te zien. Wat zeg ik: „evenzeer?” Zijn vreugde is oneindig, de uwe eindig; Zijn vreugde is Goddelijke vreugde, de uwe slechts menselijke vreugde. Gelooft gij, dat God zich verheugt, een welbehagen heeft in behouden? Waarom anders zou Hij dan zijn lieve Zoon hebben gegeven? Verheugen de engelen zich over berouwhebbende zondaars? Is er dan ook geen vreugde in Gods hart, om een zondaar te behouden? Hoe trekt dit ons als het ware op in het rijk der zaligheid, en openbaart het ons het wondervolle karakter van God in zijn Drieëenheid van Personen en Eenheid van Wezen, dat er blijdschap is in de behoudenis der Gemeente, zodat God zelf, om zo te spreken, vervuld is van eeuwige vreugde in het behoud van zijn volk. Toen zijn geliefde Zoon zich als een Offer voor de zonde aanbood, en aldus de overtredingen en ongerechtigheden der Gemeente wegdeed door zijn eigen bloedstorting en dood; dood en hel overwon en ons in zijn bloed afwies van alle onreinheid en schuld en schande, verheugde God zich, om zo te zeggen, met een oneindige vreugde in de volbrenging van het werk door zijn geliefde Zoon. Het was de vervulling van zijn eeuwig plan van wijsheid en genade. Het was de openbaring zijner heerlijkheid aan mensen en engelen. Het was de zegepraal van het goede over het kwade; van de heiligheid over de zonde; van de barmhartigheid over het oordeel; van de liefde over de vijandschap; van de wijsheid over de list; van de raad Gods over de beraadslagingen der mensen, en, bovenal, van de Zoon van God, in zijn zwakheid over de Satan in zijn macht. Het was de hemel bevolken met een talloze schare van heiligen, wier eeuwige lofliederen moesten gezongen worden ter ere van God en het Lam. Aldus kunnen wij zien, hoe de God des hemels zich nu nog verheugt met een heilige vreugde over een ieder, die Hij brengt tot het genot van zulk een vrije, grote en heerlijke zaligheid.
Zo zullen wij, de schapen uwer weiden,
in eeuwigheid uw lof, uw eer verbreiden,
en zingen van geslachten tot geslachten
uw trouw, uw roem, uw onverwin’bre krachten.
Ps. 79:7