Mijn ziel is geheel bedroefd tot de dood toe. Mattheüs 26:38
Waarlijk werd de Heere Jezus ‘als een lam ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open’ (Jes. 5 3:7). Welk hart kan begrijpen, welke tong uitdrukken wat deze heilige ziel moest verdragen toen ‘de Heere de ongerechtigheden van ons allen op Hem legde’ ? Wat kreeg die heilige menselijke naheid in de hof van Gethsemané een lading schuld en zonde, en wat een ondraaglijke last van de toorn Gods te verdragen, totdat onder de druk van smart en pijn de bloeddruppels als zweet van Zijn voorhoofd neervielen. De menselijk natuur deinsde in haar zwakheid als het ware terug voor de beker smart die in Zijn hand was gegeven. Zijn lichaam kon de last die Hem neerdrukte nauwelijks dragen; Zijn ziel zonk, onder de golven van Gods toorn, in grondeloze modder waar men niet kon staan, en kwam in de diepte der wateren waar de vloed Hem overstroomde (Ps. 69:1,2). En hoe zou het anders kunnen zijn toen die heilige menselijke natuur alle toorn Gods te verduren kreeg, de kwellingen van de hel onderging en in de diepste diepten van schuld en vrees waadde ?Toen de gezegende Heere voor ons tot zonde werd gemaakt (of tot een zondeoffer), doorstond Hij in Zijn heilige ziel alle kwellingen van smart, afschuw, nood, ellende en schuld die de uitverkorenen eeuwig in de hel zouden hebben gevoeld, en niet alleen zoals een van hen afzonderlijk zou hebben gevoeld, maar zoals ze als verzameld geheel zouden hebben ervaren onder de uitstorting van de eeuwigdurende toorn Gods. De smart, de nood, de duisternis, de verdoemenis, de schande, de schuld, de onuitsprekelijke ontsteltenis die een enkeling of allen van Zijn kinderen ooit hebben ondervonden onder iets van Gods toorn, de vloek van de wet, en de verschrikkingen van de hel, zijn allemaal zwakke afspiegelingen van wat de Heere in de hof en aan het kruis voelde. Want er waren bijkomende omstandigheden in Zijn situatie, die er bij hen niet zijn en zelfs niet kunnen zijn, en die de nood en kwelling van Zijn heilige ziel zodanig sterk en groot deden worden als alleen Hij kon ervaren en kennen.