Opdat Hij haar Zichzelf heerlijk zou voorstellen, een gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk. Efeze 5:27
Noch anderen, noch ook wij zien wat de kerk eenmaal zijn zal en wat zij ooit was in het oog van Jezus. Hij kon door alle omstandigheden van de tijd heenzien, door alle zonden en smarten van dit tussenliggend tijdperk, en Zijn oog vestigen op de dag Zijner bruiloft, de dag, wanneer Hij voor de ogen aller engelen in het hof des hemels, in het Koninkrijk van eeuwige heerlijkheid. Zichzelf zal voorstellen een verheerlijkte gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks. O, wat een dag zal dit zijn, wanneer de Zoon van God in het openbaar Zijn ondertrouwde bruid zal huwen, wanneer er in de hemel zal gehoord worden „als een stem van vele wateren en als de stem van sterke donderslagen, zeggende: Halleluja! want de Heere, de almachtige God, heeft als Koning geheerst! Laat ons blijde zijn en vreugde bedrijven en Hem heerlijkheid geven; want de bruiloft des Lams is gekomen en Zijn vrouw heeft haarzelf bereid”, Openb. 19 : 7. Hoe gereinigd, hoe geheiligd, gewassen en gekleed moet de kerk te dien dage wel zijn, als de ogen der Alwetendheid, die de minste afwijking van de oneindige zuiverheid gadeslaan, in haar noch vlek noch rimpel kunnen bespeuren, zodat God Zelf in de fonkelende vlam Zijner heerlijkheid van de kerk mag zeggen: Ik heb haar bespied met een alwetend oog; Ik heb gelet op elk lid van het verborgen lichaam van Mijn beminde Zoon; Ik heb ieder van hen onderzocht met de ogen Mijner Godheid; maar er is geen vlek of rimpel in één van hen; zij allen zijn volmaakt in Hem en aangenaam in de Geliefde. Maar, kunt gij vragen, en dit is een vraag, die gij wel consciëntieus overwegen moogt: Hoe zal ik het weten, dat ik op die dag zonder vlek of rimpel staan zal? Om deze vraag te beantwoorden, vraag ik: Wat kent gij van de reinigende, heiligende invloeden der weder- barende genade; dat het Woord der waarheid vat kreeg op uw consciëntie en met kracht in uw hart kwam? Wat kent gij van de toepassing van Christus’ bloed en van de liefde Gods, in uw hart uitgestort door de Heilige Geest? Is dit een levensvraag, die gij doet en kunt gij hetgeen wij voorgesteld hebben niet vasthouden, gij zult vóór gij van dit lage toneel zult worden afgeroepen, gezegend worden met een levend geloof in de Zoon van God, en met de toepassing van Zijn liefde en bloed op uw consciëntie. En wanneer uw tijd zal ten einde zijn, zult gij in een heerlijke eeuwigheid ingaan, waar gij zult verlost zijn van al uw drukkende zonden en smarten, vrezen en benauwdheden, èn gij zult óp die grote dag onder de verheerlijkte kerk worden voorgesteld, die noch vlek, noch rimpel of iets dergelijks meer hebben zal. Doch indien gij leeft en sterft zonder enig aandeel in deze hemelse zegeningen, zou ik dan wel getrouw mijn ambt uitvoeren, indien ik zeide, dat het u wel gaan zal? Zou het goed zijn, als ik u predikte, dat gij op uw doodbed slechts om een leraar te zenden hebt om aan uw bedzijde voor u te bidden en u het sacrament te geven en enige troostelijke woorden tot u te spreken? Zou uw ziel daarbij welvaren? Zou ik getrouw in mijn bediening zijn, wanneer ik u bemoedigde met een leugen als deze, een leugen, waardoor voortdurend duizenden misleid worden? Ik durf dat niet te doen. Ja, ik zou mijn stem verheffen en luide uitroepen: Er is geen zaligheid in het verleden, in het heden en in het toekomende, dan die voortkomt uit het dierbare bloed van het Lam, en die bevindelijk wordt bekend gemaakt aan het hart door de bediening van de Heilige Geest.