Waarom Hij ook volkomenlijk kon zalig maken degenen, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. Hebreeën 7:25
Het gaat erom dat het een dagelijkse, levende ervaring is, zodat de aanwezigheid van Jezus aan de rechterhand van de Vader niet slechts een leerstelling volgens de letter der waarheid is, maar een fontein van geestelijk leven in het hart. Wat bevindt het arme, beproefde, verzochte en bezochte kind van God zich toch voortdurend in diepe moeilijkheden, waarbij net opziet naar zijn barmhartige en trouwe Hogepriester en Hem smeekt te verschijnen en zijn ziel te zegenen! Dit is alles dat hij nodig heeft. Dat de Heere Zelf hem zegent is de kern van al zijn hartenwensen. Eén woord, één blik, één aanraking en één openbaring van Zijn liefde en bloed is alles dat hij wil. Maar als hij Hem niet door het oog van het geloof zag aan de rechterhand van de Vader, en dat Hij hem kon zegenen met de zegening die rijk maakt en er geen smart bij voegt, zouden zijn gebeden, verlangens, tranen en smeekbeden dan tot Hem gericht zijn? Ook als hij soms is gezegend met een heerlijk besef van Zijn aanwezigheid en Zijn liefde, kan hij niet tevreden zijn zonder een nieuwe openbaring van deze zegeningen aan zijn ziel.
En wat is Hij toch volledig geschikt en goddelijk bekwaam om deze rijke zegeningen over te brengen. Want God, door Hem te verheffen tot Zijn eigen rechterhand, ‘zet Hem tot zegeningen in eeuwigheid’ (Ps. 21:7). Hij is ‘Hem voorgekomen’ (d.w.z. Hij is Hem vóór geweest in Zijn wensen en verzoeken) ‘met zegeningen van het goede; op zijn hoofd heeft Hij een kroon van fijn goud gezet’ (Ps. 21:4). Dit is de beloning voor Zijn lijden, want groot is zijn eer door Gods heil’, en daarom werden ‘majesteit en heerlijkheid hem toegevoegd’ (Ps. 21:6). En verdient Hij dit niet allemaal? Heeft Hij niet ‘een eeuwige verlossing teweeggebracht’? (Hebr. 9:12) en is Hij niet ‘ons geworden wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing’? (1 Kor. 1:30). Is Hij niet het einde der wet, tot rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft’ (Rom. 10:4); en ‘allen, die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak der eeuwige zaligheid’ ? (Hebr. 5:9).
lezen: Psalm 21