Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen om de Heere te kennen. Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen, en als de vroege regen des lands. Hosea 6:3
Het is mij vaak tot verwondering, hoe onze zielen in leven worden gehouden. Ik ben mij – zelf vaak een wonder, dat ik ooit enige verlevendiging zou ervaren, omdat ik soms zo’n dorheid, magerheid, dodigheid, vleselijkheid en onbekwaamheid tot zelfs maar één geestelijke gedachte gevoel. Ik was vaak verbaasd dat ik ooit kon preken, dat ik ooit kon bidden; ik was verwonderd dat, wanneer het de dag des Heeren is, ik een tekst zou hebben om over te preken, dat ik enig leven aan mijn ziel zou ervaren of enigszins bekrachtigd zou worden om iets te zeggen tot stichting van Gods volk. Ik geloof dat een levend mens zichzelf een wonder is. Voortgeleid en toch zo verborgen; bewerkt, maar op zo duistere wijze. En toch geleid, bestuurd en ondersteund door zovele moeilijkheden en hindernissen, dat hij een wonder van genade is, zoals de apostel zegt: ‘een schouwspel der wereld, en de engelen en de mensen’ (1 Kor. 4:9). De wereld verwondert zich, de engelen aanbidden en de mensen staan verbaasd over hoe de levendgemaakte ziel wordt voortgeleid te midden van al zijn moeilijkheden, hindernissen, beproevingen en verzoekingen, en toch ondanks dat alles vervolgt om de Heere te kennen.