Blijft in Mij, en Ik in u. Johannes 15:4
De Heere gebruikte deze woorden niet, alsof er enige macht in het schepsel was, om in Hem te blijven; maar het behaagde Hem ze te gebruiken, opdat zij gezegend mochten zijn voor zijn volk, wanneer de Heilige Geest ze op hun hart toepaste; want Hij voegt er bij: En Ik in u”. Het ene is de sleutel van het andere. Als wij in Christus blijven, blijft Christus in ons. Door het blijven van Christus in ons, kunnen wij in Hem blijven. Maar hoe blijft Christus in ons? Door zijn Geest. — Door zijn Geest maakt Elij de lichamen zijner gelovigen tot zijn tempel; het is door zijn Geest, dat Hij komt en in hen woont. Ofschoon het middellijk is door het geloof, zoals wij lezen: „dat Christus in uwe harten moge wonen door het geloof”, toch is „door” door de mededeling van zijn Geest in de ziel en door zijn genadige tegenwoordigheid. Alzo bidt Hij ons, moedigt Hij ons aan, en werkt Hij op ons, om in Hem te blijven, doordat Hij in ons blijft. Maar zijn blijven in een kind van God kan aan zekere gevallen gekend worden. Zo Hij in u blijft, maakt Hij en houdt Hij uw geweten volgzaam. Het is de zonde, die een scheiding maakt tussen u en Hem. Daarom maakt de Heere Jezus Christus uw geweten volgzaam, opdat Hij in u kunne blijven en u in Hem doe blijven. Het kan daaraan gekend worden, dat Hij in u is, door de geheime waarschuwingen, die Hij u geeft, als de verzoeking u genaakt. Het behaagt Hem een geheime inwendige vermaning en waarschuwing te geven; zodat gij uitroept: „Zou ik zulk een groot kwaad doen en zondigen tegen God?” En als gij afdwaalt en u van de Heere tot uw afgoden wendt, toont Hij, dat Hij nog in u woont, door u niet toe te laten uw hart tegen Hem te verharden. Door al die dingen maakt Hij het duidelijk, dat Hij nog in u blijft.
Eert geen uitlands God,
wacht u voor uw zielen,
wilt naar mijn gebod,
mijne naam ten hoon,
voor geen valse goon,
voor geen vreemde knielen.
Ps. 81:10