Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus. Hebreeën 6:20
We moeten nog een ander aspect beschouwen van onze gezegende Heere, Die de voorhoven der zaligheid is ingegaan. Hij is erheen gegaan als de Voorloper van Zijn kinderen, zoals de apostel zegt: ‘Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizedek, een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid’ (Hebr. 6:20). Hoe zalig troostte de Heere Zijn treurende leerlingen toen Hij tegen hen zei: ‘In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden’ (Joh. 14:2). Hij is erheen gegaan om Zijn en hun eeuwige huis van tevoren in bezit te nemen, want Hij is opgevaren tot Zijn Vader en hun Vader, tot Zijn God en hun God (Joh. 20:17). Hij heeft de hemel als het ware met nieuwe schoonheid, nieuw geluk en nieuwe heerlijkheid gevuld. Zijn schitterende Godheid die door Zijn smetteloze en verheerlijkte mensheid heen schijnt, verlicht de hemel met een bijzondere heerlijkheid, want Hij heeft de strijd gestreden en overwonnen; Hij heeft alle voorafschaduwingen en beelden van het Oude Testament vervuld, alle doelen van het eeuwige verbond uitgevoerd; God verheerlijkt door Zich in de hoogste gehoorzaamheid aan Zijn wil te onderwerpen, en is, nadat Hij het werk dat de Vader Hem had opgedragen, had voltooid, zegepralend teruggekeerd naar de voorhoven der zaligheid om de beloning voor Zijn vernedering, lijden en dood te ontvangen. In Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk. Zijn heerlijke Persoon als Immanuel is het voorwerp van hemelse lof en bewondering geworden. De uitverkoren engelen, die Hij heeft bevestigd in hun positie, aanbidden Hem als God-mens, en de geesten van de volmaakt rechtvaardigen, vereren Hem samen met de engelenscharen.
Lezen: Hebreeën 6:9-21