Dies zullen zij komen, en op de hoogte van Zion juichen. Jeremia 31:12
Tenzij de verlosten iets kennen van de kracht van het zoenbloed en hun geweten door hetzelve van de schuld en de onreinheid gereinigd zij, kunnen zij niet komen juichen op de hoogte van Zion. Maar wanneer zij verlost zijn door de hand van Hem, die sterker is dan zij; wanneer het zoenbloed aan hun geweten reiniging van schuld en onreinheid heeft aangebracht; wanneer Christus geopenbaard is en bij ervaring gekend wordt; wanneer zijn Evangelie in de hand des Geestes een woord van macht wordt, en er aan het gelovig hart een blik op de Koning in al zijn schoonheid vergund is, dan komen zij, getrokken door de koorden der liefde en mensenzelen, tot Zion, waar de Koning in heerlijkheid zit op zijn troon. Het wordt genoemd: „de hoogte van Zion”, niet slechts omdat Zion een hoge berg was, maar omdat de Heere van leven en heerlijkheid tot de hoogste plaats van waarheid en macht verheven is. Gods oude belofte was: „Ziet, mijn knecht zal verhoogd worden en verheven, ja zeer hoog worden” (Jesaja 52 : 13); en de Apostel zegt: „Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een naam gegeven, welke boven alle naam is” (Fil. 2:9); en verder: „Verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en alle naam die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende” (Ef. 1:21). Maar waartoe komen zij? Het is, om met Hem gemeenschap te oefenen; om Hem in de schoonheid zijner heiligheid te aanbidden; om woorden van zijn lippen, een blik van zijn gelaat, de aanraking van zijn hand, en fluisteringen van zijn lippen te ontvangen. En als het Hem behaagt een woord als Vredevorst tot hen te spreken, zich aan hun zielen in de heerlijkheid zijner Godheid als God-mens te openbaren en zijn liefde in hun harten uit te storten, dan kunnen zij juichen, en in hen is de belofte vervuld: „Zij zullen komen, en op de hoogte van Zion juichen.”
Want Sion is van God begeerd,
’t wordt met zijn woning hoog vereerd.
„Hier”, sprak Hij, die het al beheert,
„hier zal Ik wonen naar mijn lust,
hier is in eeuwigheid mijn rust.”
Ps. 132:9