Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Kol. 3:1,2
Van nature hechten we ons aan de aarde en aan aardse voorwerpen. Onze aandacht is begraven in het graf van de dood, en we zijn niet in staat hem zelf te verheffen naar hoge en hemelse dingen. We hebben daarom de kracht van Christus’ opstanding nodig om innerlijk te ervaren en te beseffen dat we, aangezien we samen met ons Verbondshoofd zijn opgestaan, niet langer begraven zijn in de tijdelijke en zintuiglijke zaken, de zinloze en voorbij gaande voorwerpen hier beneden, maar onze aandacht op dingen hierboven kunnen richten, waar Christus aan de rechterhand Gods zit. Ons Hoofd is opgestaan uit de doden. Waarom zouden wij dan, leden van Zijn lichaam, hier beneden blijven zwelgen in het stof der aarde? Hij is omhooggegaan. Laat onze aandacht met Hem opstijgen. Hij is in de hemel. Laat ons hart met Hem zijn. Welnu, al naar gelang we de kracht van Christus’ opstanding beseffen, stij gen we in ons hart en onze gedachten op vanaf deze ellendige aarde, met al haar zorgen en voorbijgaande onbenulligheden. Niets lijkt een duidelijker bewijs voor de lage, afgezakte staat van de huidige Kerk te zijn, dan het zichtbare gebrek aan deze hemelse genade. Wat zijn er maar weinigen wier aandacht op dingen hierboven is gericht. Wat kunnen maar weinigen echt zeggen: ‘Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus’ (Fil. 3:20) . Wat zijn er weinig die, ofwel door hun wandel of door hun leven, tonen dat hun hart in de hemel is, al is het maar een enkele keer. Wat hebben maar weinigen tedere gedachten naar Jezus toe, of een verlangen naar Zijn geopenbaarde aanwezigheid: ‘Wanneer zult Gij tot mij komen?’ (Ps. 101:2). Wat hebben weinigen behagen in Hem Die de banier draagt boven tienduizend en Die de gans begeerlijke is (Hoogl. 5:10,16), een hart dat naar Hem uitgaat zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen (Ps. 42:1).