Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God. Filippensen 4:6
Wat een woord is dit: „uw begeerten in alles”! Kind van God, u is het voorrecht toegekend, om met al uw zaken tot de troon van God te gaan. Wat, met elke kleine zaak? Ja, met zaken, die de mensen kleinigheden noemen. Ja, met uw dagelijkse zorgen. Ja, indien gij ontwaart, dat er een God is, Die u kan horen, dan is het uw voorrecht met alles tot Hem te gaan. Alle dingen zijn er in, en niets is er uitgesloten. In alles, en dat door gebed en smeking. Somtijds bidden wij en somtijds smeken wij. Het gebed is iets zachter, om het zo eens uit te drukken, dan smeking; het is iets minder ernstig, minder dringend, minder krachtig, en toch niet minder vruchtbaar. Ik heb wel eens het gebed en de smeking vergeleken bij twee dingen in de natuur. De ene bij een rivier, een stroom, zoals wij die kennen in ons lage land; zij vloeit met een sierlijke loop naar de zee. De andere bij de stromen, zoals men die vindt in bergachtige streken, die springen van afgrond tot afgrond. De ene is het bedaarde gebed der ziel; de andere de vurige uitroep, de ernstige smeking, de uitgestoten klanken, het geweld, dat de ziel doet op het hart van God, om verhoord te worden. Wij zien het in de Heere Jezus Zelf. Wij lezen van een gelegenheid, dat Hij de gehele nacht op een berg overbleef om te bidden. Nu, wij hebben geen reden om te geloven, dat Hij bij die gelegenheid op dezelfde wijze bad gelijk Hij dit deed in de hof en aan het kruis. In het ene geval had Hij zoete vereniging en gemeenschap met Zijn Vader, in het andere riep Hij met sterke roepingen en tranen en werd Hij verhoord. Het ene was een gebed, het andere een smeking. Wanneer uw ziel wordt stilgezet in de tegenwoordigheid Gods, en gij gevoelt de adem des gebeds in uw boezem inkomen, dan kunt gij de Heere bidden met aangenaamheid en met geest. Doch er zijn tijden en stonden, wanneer de ziel onder de aanslagen des satans en onder een vreselijk gevoel van schuld en schaamte verplicht is uit te schreeuwen als iemand, die verhoord moet worden; en dit is smekingen spreken. Maar er is nog iets, dat er mede vermengd moet zijn, en dit wordt dikwijls nagelaten, en dit is de dankzegging. Deze zijn de drie bestanddelen van een geestelijke dienst: gebed, smeking en dankzegging.