Bewaart uzelf in de liefde Gods. Judas :21
Wanneer Christus door de kracht Gods aan onze ziel is bekend geworden, dan hebben wij onderwijs uit Gods Woord in Hem, en blijdschap en verlossing in Hem. „Gelijk gij Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem”. Wij nemen Hem aan als de Zoon des Vaders in waarheid en liefde; wij nemen Hem aan als gepast voor onze behoeften en ellenden; wij nemen Hem aan als Die de zonde door Zijns Zelfs offerande wegneemt en Die Zichzelf in onze harten beminnelijk maakt door de zoete openbaring van Zijn Persoon, goedheid en liefde. Nu, zo lang Christus en de ziel tezamen gaan, is er geen plaats voor dwaling en voor de zonde. Hij maakt de ziel teder, het hart oprecht, de geest verbroken en berouw hebbend, de waarheid dierbaar, de zonde hatelijk, walgelijk en verfoeilijk. En gedurende de tijd, dat Hij en de ziel tezamen wandelen, blijft de zonde ver en het kwaad vindt geen ingang, dat wil zeggen: het krijgt geen plaats in het hart ingeruimd. Doch de zonde is listig. Zij stelt zich aan ons redenerend vermogen voor, en als wij het gezicht op Christus verliezen, dan kruipt de zonde gemakkelijk in, of een bijzondere lust, of iets goddeloos; en geleidelijk schijnt het kracht en invloed te verkrijgen. Bij stukjes en beetjes verliezen wij de kracht van ons geloof, de vrijmoedigheid der hoop en de zoete genegenheden der liefde, en zo geraken wij in een koude, vleselijke, zorgeloze, levenloze gestalte, waarin wij openliggen voor de inval der zonde en de verzoekingen van satan, die zich voordoet als een engel des lichts of als een engel der duisternis. Maar nu komt Judas en zegt: „Bewaart uzelf in de liefde Gods”. En dan zal ik u zeggen, indien gij naar mij luisteren wilt, hoe gij dit doen moet. Gij moet uzelf opbouwen in het allerheiligst geloof. God heeft een fundament voor u gelegd in Zijn heilig Woord, en Hij heeft Christus als een fundament in uw ziel gelegd. Dit is een zeer sterk fundament. God Zelf heeft het er in gelegd. Het is zeer betrouwbaar en kan elk gewicht, wat er ook op gelegd wordt, dragen. En daarom moet gij uzelf bouwen op dat allerheiligst geloof, als gij een godsdienst hebben wilt, die onwankelbaar is. Indien uw godsdienst, of enig deel daarvan, zich grondt op een ander fundament, dan zal hij geen standhouden. Maar indien gij uzelf op uw allerheiligst geloof bouwt, dan zal het niet wankelen, omdat het rust op het fundament en daarmede in overeenstemming is.