Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding. Filippensen 3:10
Nauwe omgang met Christus berust op drie dingen: Hem zien door het geloof, leven op Zijn leven en Zijn geopenbaarde aanwezigheid ervaren. Maar al deze drie dingen hangen af van Zijn opstanding en van bekend te zijn met de kracht ervan. Als opgestaan uit de doden, zien de heiligen Hem; als opgestaan uit de doden, openbaart Hij Zichzelf aan hen. En als er leven en gevoel in hun ziel opkomt door de heerlijke omgang met Hem, wordt de kracht van Zijn opstanding in hen kenbaar. De heilige mensheid van onze gezegende Heere, zoals gezien door het geloof heeft een gunstige uitwerking op het aantrekken van de ziel naar Hemzelf toe. We kunnen geen omgang met zuivere Godheid hebben. Onze gevallen staat en ellendige toestand als schuldige zondaren heeft die weg voor altijd afgesloten. Maar door de zuivere mensheid van onze aanbiddelijke Verlosser, verenigd met Zijn eeuwige Godheid, te zien door het geloof, kunnen we nu in alle heilige vrijmoedigheid dichter tot God komen. Het bloed van Jezus verschaft ons toegang binnen het voorhangsel, zoals de apostel bepleit: ‘Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, op een verse en levende weg, welke Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees; en dewijl wij hebben een grote Priester over het huis Gods; zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water’ (Hebr. 10:19-22). En nogmaals:’ Dewijl wij dan een grote Hogepriester hebben. Die door de hemelen doorgegaan is, namelijk Jezus, de Zoon van God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden. Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde’ (Hebr. 4:14-15).