Als niets hebbende, en nochtans alles bezittende. 2 Korinthe 6:10
Hoe bezitten wij alles? Door Christus te bezitten, die de erfgenaam is van alle dingen. Indien wij Christus bezitten, wat hebben wij niet in Hem? Wij hebben wijsheid, om ons te onderrichten, rechtvaardig- making, om ons te rechtvaardigen, heiligmaking, om ons te heiligen, en verlossing, om ons van zonde, dood en hel te bevrijden. Als wij Hem hebben, hebben wij de gunst en de liefde van God; wij hebben de vergeving onzer zonden, de verzoening van onze persoon, het werpen van al onze overtredingen achter Gods rug, en een aanspraak op een hemelse troon. Als wij Hem hebben, hebben wij alles in Hem, want Christus is ons, en Christus is Gode. Daarom — in Hem bezitten wij alles. Wij zullen genoeg hebben om ons aan het graf te brengen. Hij wil ons alles geven, wat goed, en ons niets onthouden, wat weldadig voor ons is. Als wij Hem bezitten, wat hebben wij niet in Hem! En als de dood komt, wat heeft de wereld dan? Niets anders dan de toorn Gods en een vreselijk oordeel. Maar als de dood komt tot de heilige Gods, waarop mag deze dan zien? Op een kroon des levens, op een woning in de hemelen, op een vriendelijk God, en op een zalige verzekering, dat hij zal aanzitten aan de bruiloft des Lams. Ofschoon dan de heiligen Gods niets hebben, toch bezitten zij alle dingen, en zo zij een hemelse kroon bezitten, wat kan God hun meer geven?
Verheug het volk, verblijd hen allen, Heer,
die naar U zoeken t’elke stond’.
Leg steeds uw vrienden in de mond:
„De grote God zij eeuwig lof en eer!”
Schoon ’k arm ben en ellendig, denkt God aan mij bestendig.
Gij zijt mijn hulp, mijn kracht, mijn redder, o mijn God,
bestierder van mijn lot,
vertoef niet, hoor mijn klacht!
Ps. 40:8