Behoudt het goede. 1 Thessalonicensen 5:21
Er zijn hoofdzakelijk twee dingen, die elke heilige Gods geroepen is te behouden; deze zijn, ten eerste: het begin van Gods werk aan zijn ziel; en ten tweede: zijn verlossing. Ook elke openbaring, die gij van de Heere Jezus Christus gehad hebt; elke toepassing van zijn zoenbloed; elke ontdekking van zijn glorierijke Persoon of van zijn liefde in het hart uitgestort wordende, behoudt dat, want het is goed. En zo mag ik zeggen: behoudt elke belofte, die tot u kwam, elk antwoord op het gebed door u ontvangen; elke gevoelde zegen, die door een Goddelijke kracht in uw hart kan gewerkt zijn. Dit alles is goed. Het komt van een goede God; het werkt in een goede weg; het leidt tot een goed einde; het zal een goed sterfbed bereiden en uin een zalige eeuwigheid overvoeren. Daarom „behoudt het goede”. Alles wat als waarlijk goed aan uw geweten is aanbevolen; elk goed mens; elk goed leraar; elk kind van God, met wie gij gemeenschap gevoelt; elk goed voorschrift, woord en werk; kortom, alles wat aan uw geweten aanbevolen wordt als geestelijk en Goddelijk, houdt dat vast en gij zult er voordeel van ondervinden. Verwerpt alles wat slecht, ongepast, goddeloos, dwaalbegrip, ketterij is; verwerpt dat alles — toont hun geen de minste genade. Houw ze neer in het hart; houw ze neer zoals Samuël Agag in Gilgal neerhieuw.
Hoe dierbaar zijn m’Uw wonderdaan,
zij zijn onmoog’lijk na te gaan.
Hoe menigvuldig zijn z’, o Heer!
Zou ik die tellen, ’k zou veeleer
’t getal der korrels zand bepalen.
Uw wond’ren zijn niet af te malen.
Ps. 139:10