Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons ajleggen alle last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is. Hebreeën 12:1
Elk vurig verlangen uwer ziel naar de Heere Jezus Christus; elke inwendige beweging des geloofs, der hoop en der liefde in zijn gezegende Naam; elk gevoel uwer ellende als een arme, verloren zondaar, waardoor gij de toekomende toorn ontvliedt; iedere verzuchting van uw hart tot God, opdat Hij u barmhartig zij en u zegene; al de innerlijke werkingen van het gelovig hart in zijn worstelen om zaligheid, als de prijs onzer hoge roeping, worden uitgedrukt door het beeld: „de loopbaan lopende, die ons is voorgesteld.” De Christen ziet en gevoelt, dat er een prijs te behalen is, welke is het eeuwige leven; een overwinning te behalen, welke is de overwinning over dood en hel; en hij ziet als de zekere gevolgen, zo die overwinning niet behaald wordt, een eeuwigheid van ellende. Daarom ziet hij, dat hij lopen moet al staan allen stil; dat hij strijden moet, al worden allen overwonnen. Maar om dit of een deel er van te doen, moet een mens het leven Gods in zijn ziel hebben. De wedloop beginnen, is door Goddelijke genade en kracht; om hem voort te zetten, moet hij steeds overvloedig geholpen worden uit de volheid van een Verbondshoofd; en om in staat te zijn tot het einde te volharden, moet de kracht van Christus steeds in zijn zwakheid volbracht worden. Maar hij overwint; hij is meer dan overwinnaar geworden door Hem, die hem lief had. Jezus heeft hem verzekerd, dat hij niet zal verslagen worden; want de wedloop is niet voor de snelloper, maar de kreupele behaalt de prijs; en dat niet door kracht of geweld, maar door mijn Geest, zegt de Heere der heirscharen.
Ik hef mijn handen naar den hogen.
Mijn ziel is voor uw alziend’ ogen,
gelijk een dor, een dorstig land,
dat sedert lang ligt uit te drogen
verkwijnend in die doodse stand.
Ps. 143:6