Joseph Charles Philpot
J.C. Philpot

De ervaring van een gelovige

DOOR J.C. PHILPOT

Er bestaat een opvallende overeenkomst tussen de geschiedenis van de Kerk en de ervaring van een gelovige. Dat is geen toeval, maar vloeit noodzakelijk voort uit hun onderlinge verhouding: lichaam en leden worden door dezelfde omstandigheden beïnvloed en zijn afhankelijk van dezelfde oorzaken van gezondheid of verval. Het eerste is als het boek waarvan het tweede een bladzijde vormt; het ene beschrijft de loop van eeuwen, het andere getuigt van één enkel leven.

Deze overeenkomst blijkt uit verschillende bijzonderheden.

I. Het eerste en belangrijkste punt ligt in het feit dat beiden voor hun geestelijk leven en hun welvaart geheel afhankelijk zijn van de Heere, hun Hoofd. De Kerk is Zijn lichaam, en de afzonderlijke gelovigen zijn de leden daarvan. Zonder Hem kunnen zowel lichaam als leden niets doen. Hij is “de Weg” waarin beiden wandelen, “de Waarheid” waarin beiden geloven, en “het Leven” waarin beiden leven.

II. Naast deze afhankelijkheid is er ook een opmerkelijke overeenstemming in ervaring. In de geschiedenis van de Kerk zien we bepaalde opvallende perioden – vaak aangeduid als tijden van geestelijke voorspoed – waarin de tegenwoordigheid en de kracht van de Heere op bijzondere wijze openbaar werden. Omdat zulke perioden geheel te danken waren aan de overvloedige uitstorting van de Heilige Geest (zoals beloofd in de Schrift: ‘Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees’), worden ze terecht “uitstortingen van de Heilige Geest” genoemd. De eerste daarvan, tegelijk het voorbeeld en patroon van alle volgende – ofschoon deze de latere in kracht en heerlijkheid oneindig overtrof – was die gedenkwaardige uitstorting op de dag van Pinksteren. De vroege en de late regen, waarover de profeten spreken, lijken in beeld en betekenis de schoonheid en de zegen van deze genadige uitstortingen te weerspiegelen.

Zolang deze hemelse regenbuien de Kerk besproeiden, bloeide zij op. Het was doorgaans een tijd van uiterlijke vervolging en beproeving, maar naarmate haar lijden toenam, vermeerderde ook haar troost, en zij verscheen “schoon gelijk de maan, zuiver als de zon, schrikkelijk als slagorden met banieren”. Toen echter deze genadige uitstortingen werden ingehouden, verdorde zij, als een veld dat zonder regen bleef, en nam haar vruchtbaarheid geleidelijk af.

Zo vertoont de geschiedenis van de Kerk een voortdurende afwisseling van vruchtbaarheid en dorheid, herstel en verval, leven en dood, zomer en winter, opstanding en inzinking. Hierin weerspiegelt de ervaring van de Kerk die van haar geestelijke leden. Er zijn maar weinig kinderen van God die niet kunnen terugzien op bepaalde markante perioden in hun leven, waarin de gezegende Geest krachtig in hun hart werkte.

Hun eerste overtuigingen of eerste zegeningen – hun geest van smeking of van luisteren – de zoete openbaringen van Christus, de merkwaardige verhoring van gebeden, de liefde tot de broeders, de bereidheid om offers te brengen en vervolging te verdragen omwille van de waarheid – deze en vergelijkbare heldere, gezegende ogenblikken in het leven van de christen beantwoorden aan de uitstortingen die kenmerkend zijn voor de zegenrijke tijdperken in de geschiedenis van de Kerk. En evenzo komen hun kilheid, doodsheid en onvruchtbaarheid, wanneer de invloed van de Geest wordt ingehouden, overeen met de perioden van geestelijk verval en achteruitgang in de kerkgeschiedenis.

III. Er is nog een derde overeenkomst. Wanneer de Kerk vervallen is in geestelijke dorheid en dood, bewaart de Heere in elk tijdperk toch een uitverkoren overblijfsel binnen haar – mensen die zuchten en wenen over de neergang van Sion, en die als trouwe getuigen spreken tegen de toestand waarin zij verkeert. Ook dit heeft zijn parallel in de persoonlijke ervaring van de gelovige. Want zelfs in het hart van een kind van God, hoe diep de ziel ook gezonken is in vleselijkheid en lauwheid, klinkt nog steeds een innerlijke zucht en klacht over de gruwel van de afval. De ziel is zich bewust van haar koude hart, haar doodsheid, haar verval; en het geweten – als een onomkoopbare, standvastige getuige voor God – blijft zijn stem verheffen tegen het verlaten van de Bron van levend water, om gebroken bakken uit te hakken die geen water kunnen houden.

Plaat reactie

Modus: Dag / Nacht

Steun J.C. Philpot

Beste bezoeker,

U kunt jcphilpot.nl steunen met een donatie. Dankzij uw gift kunnen wij deze website blijven onderhouden en beschikbaar houden. Uw bijdrage wordt gebruikt voor de jaarlijkse kosten van hosting en het beheer van de site.

Elke donatie, groot of klein, helpt ons om dit werk voort te zetten. Hartelijk dank voor uw steun!